Controle en onderhoud van de stroomverdeler, contactpuntjes en timing

Controle en onderhoud van de stroomverdeler, contactpuntjes en timing

Onderstaande beknopte informatie is gebaseerd op de tekst van originele instructieboekjes van diverse bouwjaren. Data: ontstekingsvolgorde 1.3.4.2, opening contactpuntjes: 0.012in/0.30mm, tijdstip, zie ” Timing” hieronder.

Schoonmaken

Verwijder voor regelmatig onderhoud de verdeelkap door de twee borgveren lost te maken en de kap opzij te leggen.Zorg ervoor dat dat de elektrodes schoon en vetvrij zijn.
Zorg dat ook de koolborstel in het midden van de verdeelkap schoon is en alle kabels goed in de kap en bobine vastzitten.

Controle

Controleer vervolgens de contactpuntjes; Het is belangrijk dat de contactenpunten, condensator en rotor worden vrijgehouden van vet of olie. Als de contactpunten verbrand of zwart zijn, kunnen ze met zeer fijn schuurlinnen en daarna met een doek met benzine worden schoongemaakt. Het is belangrijk dat alle vuil- en metaalstofdeeltjes worden weggeveegd omdat er makkelijk een ontstekingsfout kan ontstaan als de contacten niet goed schoon worden gehouden.

Contactpuntafstand controleren en afstellen

Verdraai de motor totdat u ziet dat de contactpunten volledig geopend zijn en meet of de contactpuntafstand correct is met een voelermaatje van de juiste maat (0.012in/0.30mm). Draai, als de contactpuntafstand moet worden bijgesteld bij het vroegere model verdeler, het borgmoertje los op de contactschroef en draai deze met de zeskantige kop totdat de opening is ingesteld op de vereiste opening (0.012in/0.30mm). Na het maken van de afstelling moet erop worden gelet dat de vergrendeling weer wordt vastgedraaid.
De latere stroomverdeler heeft geen borgmoer en stelmoer. Hierbij wordt de afstand ingesteld door de twee montageschroefjes los te draaien, totdat de grondplaat kan worden verschoven. Daarna de contactpuntjes verschuiven tot de juiste afstelling is bereikt (0.012in/0.30mm). De juiste afstelling is bereikt als de voelermaat van de juiste maat zonder weerstand tussen de vastgezette puntjes bewogen kan worden, maar de eerstvolgende grotere maat er niet goed tussen past. Dit vergt meestal een paar pogingen tot de afstelling naar wens is.

De bobine heeft geen specifiek onderhoud nodig. Controleer wel alle aansluitingen en draden goed.

Smering van de stroomverdeler
Smeer elke 3.000 mijl klein beetje vaseline op de nok en een druppel olie op het draaipunt waarop de contactonderbreker werkt. Trek de rotorarm van de spindel en doe een paar druppels dunne machineolie in de bovenkant van de spindel om de automatische timingcontrole te smeren.
De lagering van de verdeleras smeert men door elke 800 km een​ paar druppels lichte olie in het buisje te doen(indien aanwezig)

Timing van de ontsteking.
Verwijder eerst de vloerplaat over het koppelingshuis. Vervolgens draait u de motor met de starthendel totdat de compressie van cilinder nr. 1 voelbaar is. Verwijder vervolgens de bougie van cilinder nr1. Verwijder ook het inspectiedeksel op het koppelingshuis. Zie afbeeldingen hierboven.
Draai de motor totdat op het vliegwiel door het inspectiegat de markering 1|4 zichtbaar is, dat het bovenste dode punt (BDP/TDC) van zuigers nr.1 en nr.4 aangeeft.

Ten 1932: 1 inch vóór de verticale positie

Ten 1936: ½ inch vóór de verticale positie

Ten 1937: op de verticale positie (BDP/TDC) ***

Ten  1939: op de verticale positie (BDP/TDC) ***

Twelve: ½ inch vóór de verticale positie

Fourteen: ¼ inch vóór de verticale positie

Eighteen: ½ inch vóór de verticale positie

*** Let op: ontstekingstijdstip op de verticale positie (BDP/TDC) is ongebruikelijk. De ontsteking moet iets voor deze positie optreden. Ons advies is dan ook om ½ inch voor de positie als uitgangspunt te gebruiken en dan met een proefrit vast te stellen of de ontsteking goed staat.

Ga nu naar de verdeler en verwijder de verdeelkap. Kijk of de rotor nu naar de bougiekabel voor nr 1 wijst. Als dat niet zo is dan staat de ontsteking niet juist.

Correct ontstekingstijdstip controleren en afstellen
Controleer nogmaals of de motor in de correcte stand staat op de markering op het vliegwiel, zoals hierboven vermeld. Als dit klopt, draai dan de klemschroef in de bevestigingsarm/klem van de verdeler los. De verdeler is nu draaibaar en kan iets naar rechts of naar links worden gedraaid totdat de contactpuntjes net open gaan. De klemschroef moet nu weer worden vastgedraaid. In deze positie zal bij de 1932 Ten de aanwijzer op de bevestigingsarm ongeveer naar het midden van de schaalverdeling op de verdeler wijzen. De Latere Ten heeft dit niet. Zet de verdeler niet te vast, anders wordt de klem vervormd. Monteer de verdeelkap weer.

Maak een proefrit. Als nu de ontsteking te vroeg of te laat staat, kan dit worden bijgesteld door de klem van de verdeler weer los te maken en de verdeler een klein beetje te verdraaien. Met de klok mee om de ontsteking later te zetten en tegen de klok in om te vervroegen.
De onstekingsvolgorde is: 1,3,4,2 voor de viercilinder motoren en 1,5,3,6,2,4 voor de zescilinder. De rotorarm in de verdeler draait met de klok mee.

Wilt u weten welke onderdelen er nodig zijn voor de ontsteking? Klik hier voor een overzicht met bestelnummers.